Binnenkort is weer het kerstconcert van MGW, Muziekgezelschap Wittenburg.
Nu is dat een gezellige muziekgroep, maar toen ik er in begon, was het een serieuze formeel georganiseerde harmonie waarbinnen je nog muziekdiploma’s kon halen.
Nadat ik 15 jaar met mijn piccolootje fantastische avonturen had beleefd met de Fanfare van de eerste Liefdesnacht, kon ik eind jaren ‘90 zes keer optreden in een weekend niet meer combineren met een nieuwe studie, kostwinnerschap en een opgroeiende puber.
Toen vroeg een buurman mij of ik in MGW, Muziekgezelschap Wittenburg, kwam spelen: Ze speelden zo’n mooi stuk, waarin twee dwarsfluiten een belangrijke rol speelden: De musical Miss Saigon. En ze hadden maar één fluit. Inmiddels had ik een nieuwe dwarsfluit gekocht, die niet lek was https://mariabervoets.wordpress.com/2021/10/02/blog-55-swing-een-hommage-aan-evan-bouman-of-hoe-ik-begon-met-fluitspelen/ maar kon geen fluitleraar vinden en speelde nu ook geen piccolo meer.
Dus werd ik tweede fluitiste. Op de repetities tenminste. Ik wist toen nog niet dat de eerste fluitiste nooit op optredens zou komen opdagen door ziekte of familie-omstandigheden. Dus MGW was toen wel een extra uitdaging voor mij.
Twee weken na mijn entree in de club was het jaarlijkse uitje, een hele dag varen over de Vecht. De buurman en ik gingen mee in de hoop de andere leden van het Muziekgezelschap te leren kennen.
Dat viel toen wel een beetje tegen. Het was een gesloten rondvaartboot zonder buitendek met vaste tafels met stoelen erom. Mijn buurman en ik werden aan een tafeltje achterin bij de ingang geplaatst. Voortdurend brachten dames ons schalen met leverworst en kaas, maar hoe kwamen we in contact met de anderen die een eindje verder aan volle tafels zaten? We stonden wel op en keken tegen de ruggen aan, maar zij hadden hun echtgenoot en kinderen mee en waren niet in ons geïnteresseerd. We wisten al dat er hele families in het orkest speelden. En even later zouden we ontdekken dat die paar families onderling door huwelijken met elkaar verbonden waren. Wij als bewoners van Wittenburg waren vreemden op een familiefeestje.
Na een paar maanden meespelen, had het orkest ons in de familie opgenomen, die ook voor ons hartelijk en warm was. Olaf en ik waren toen de enigen die op Wittenburg woonden.
Dat was voor mij wel indrukwekkend: niemand van het Muziekgezelschap Wittenburg woonde toen op Wittenburg. Ze voelden zich allemaal echte Wittenburgers, want ze waren er geboren en getogen. Vóór de wijk Wittenburg werd plat gegooid hadden ambtenaren besloten dat niemand van de oorspronkelijke bewoners zou terugkeren op op het schiereiland.
Op Kattenburg waren veel bewoners van het oude Kattenburg teruggekeerd en die hadden hun beruchte strijdbaarheid niet verloren, al woonden ze nu in prachtig nieuwe woningen in plaats van krotten. Die fout wilde de gemeente geen tweede keer maken. De bewoners van Wittenburg kregen bij de sloop een woning aangeboden in de toen aangewezen overloopsteden zonder het recht om te terugkeren naar hun oude buurt. Daardoor woonden de leden van MGW in Purmerend, bij Gouda of Lelystad, en een heel enkele in Amsterdam-oost. Dat was ook de oorzaak dat het ledenaantal, toen ik er bij kwam, snel minder werd. Uit Lelystad kwam in een vol busje muzikanten, maar toen de zoon, tevens de chauffeur een baan als bakker kreeg, kon de hele familie niet meer komen. Iets dergelijks gebeurde met de families uit Zuid-Holland.


Ik speelde, denk ik, ruim een jaar mee en toen gingen we op concours.
Ik had al met MGW op een festivals van de BAAM, de Amsterdamse bond of in de regio gespeeld, dus ik kende de spanning dat we hoog moesten scoren omdat je anders voor de volgende keer in een lagere klasse kon worden geplaatst. Maar de sfeer was er ondanks de felle concurrentie heel gemoedelijk.
Maar een concours is landelijk en dat bleek andere koek.
We moesten om 9.00 uur in Enschede optreden, ergens in november.
Het sneeuwde die dag. De bus moest om 6 uur weg. Dus om 5 uur werd de bus ingepakt: De Pauken, het drumstel, het klokkenspel, een tiental kisten met percussie, de Sousafoons, Tuba’s en alle ander instrumenten; het was altijd met zijn allen flink sjouwen en passen en meten.
We waren ondanks het barre weer op tijd! We stelden ons bibberend op in de ijskoude schouwburg. Omdat het een binnenoptreden was, droegen we de bekende witte bloezen met de rode zijden hesjes en de glimmende zwarte broeken van dunne voeringstof.. Toen we begonnen te spelen werden ineens, alsof we er niet waren, alle deuren en schuifpui naar buiten open geschoven. Waarschijnlijk om de rooklucht van de toneelavond er voor te verdrijven. Toen speelden we met uitzicht op grote bergen sneeuw. Bij een temperatuur onder nul. Natuurlijk geheel zonder publiek, behalve onze eigen aanhang. Maar we speelden dapper verder. Ik startte met de piccolosolo van de Radetzkymars. Dat ik mijn normale snelheid onder deze omstandigheden niet zou halen, was duidelijk. De jury had daar geen enkel begrip voor en meedogenloos werden we door stemmen die ergens onzichtbaar boven in de zaal zaten, gedegradeerd. Na afloop zeiden gelijk verschillende leden van MGW: dit gaan we nooit meer doen; dan maar niet naar een concours. Na een paar maanden van discussie was dit voor MGW dus het laatste concours.


Langzaam zijn de mensen die op Wittenburg geboren en getogen waren, op een enkel lid na, uitgestorven. Veel van hen stierven ook, toen ze tussen de 60 en 70 waren. En weer moesten we op een begrafenis spelen. Ondanks het grote verlies aan leden in die tijd, bestaat MGW nog steeds en opmerkelijk is, dat veel leden op of rond de Oostelijke Eilanden wonen en het Muziekgezelschap zo nog steeds karakter heeft van een buurtorkest.
In 2010 kreeg ik een eerste speldje: 12,5 bij MGW.
De 25 jaar zou ik niet halen omdat ik om gezondheidsreden in 2018 moest afhaken.
Tegelijkertijd in 2010 kreeg de voorzitter Nico van Elst zijn speldje voor 50 jaar lidmaatschap.
Dat was een reden voor een groot feest.
Ik heb Nico toen geïnterviewd over de avontuurlijke jaren van vóór mijn komst bij MGW.








Doordat in de Wittenburger Fanfare in 1936 een ruzie ontstond, zijn toen Muziekgezelschap Wittenburg en Wittenburgs Fanfare Orkest geboren. De ruzie is nooit bijgelegd. Van leden van de inmiddels opgeheven WFO heb ik gehoord dat iemand van de MGW-groep één van hun had uitgescholden voor Klerisleier en die persoon was of werd ziek en overleed toen.
De foto’s bij het verhaal, waar ik dus zelf op sta, staan wel in chronologische volgende, maar horen niet bij de tekst, omdat ze allen veel later zijn genomen.